Vanwege de  mogelijkheid die ontstaan is om alternatieve voorraad bij artikelen op te kunnen geven, ontstond ook de vraag om onderscheid te maken tussen de hoofdvestiging en subvestigingen. Dit is nu mogelijk via de methode GetStores(). Deze methode levert alle vestigingen op waar een gebruiker op basis van zijn account rechten op heeft. In de lijst van vestigingen die teruggestuurd wordt bevindt zich een ‘Info’ object waarin zich de velden StoreNumber en SubStoreNumber bevinden. Een hoofdvestiging (of alleenstaand ShopServer account) heeft altijd een vestiging nummer (StoreNumber) waarde en heeft als sub vestiging de waarde 0.

Sub vestigingen hebben altijd hetzelfde vestiging nummer (StoreNumber) als de hoofdvestiging, maar hebben een waarde >0 als sub vestiging nummer (SubStoreNumber). In feite kunnen alle sub vestigingen getoond worden als mogelijk adres wanneer een webshop klant kiest voor het afhalen van een bestelling. Over het algemeen wordt de hoofdvestiging gebruikt voor het afhandelen van te verzenden artikelen. De webshop keuze voor ‘Verzenden’ of ‘Afhalen’ bepaald dus in welke vestiging (Store) het Order bericht geplaatst wordt. Zie ook de paragraaf ‘Verkooporders’ voor meer informatie over het plaatsen van webshop orderberichten.
Of deze manier van het ‘dispatchen’ van een order bericht echt gewenst is, is een keuze die aan de klant voorgelegd moet worden.

Om informatie van een sub vestiging op te kunnen halen (bijvoorbeeld additionele voorraad gegevens) is het vereist om de authenticatie op die vestiging uit te voeren. Er is dus een gebruikersnaam en wachtwoord voor elke vestiging en elke sub vestiging benodigd.